In de Nota kapitaalgoederen 2018 is een jaarlijkse budgetbehoefte van €17,3 miljoen begroot voor het beheer en onderhoud van de openbaar vervoerassets.
Categorie | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
---|---|---|---|---|
Openbaar Vervoer | 17.300 | 17.300 | 17.300 | 17.300 |
Totaal lasten | 17.300 | 17.300 | 17.300 | 17.300 |
De werkelijke kosten voor het beheer en onderhoud fluctueren jaarlijks. De verschillen worden toegevoegd aan- of onttrokken uit een bestemmingsreserve. Op dit moment is dat de bestemmingsreserve BDU BRU. In de Begroting 2020 wordt voorgesteld om een specifieke reserve voor beheer en onderhoud openbaar vervoer in te stellen. De jaarlijkse onderhoudskosten worden inzichtelijk gemaakt in het Meerjarenonderhoudsplan (MOP). Het MOP is de begroting voor het onderhoud van de provinciale infrastructuur - wegen, vaarwegen en het openbaar vervoer assets. In het MOP 2020 zijn onderstaande onderhoudskosten begroot:
MOP 2020 x € 1.000 | Vast | Variabel | Totaal |
Traminfrastructuur | 5.122 | 1.850 | 6.972 |
Trammaterieel | 4.919 | 2.179 | 7.098 |
Gebouwen | 510 | 0 | 510 |
Tramhaltes | 470 | 276 | 746 |
Telematica | 1.353 | 100 | 1.453 |
Algemene beheerkosten | 1.112 | 0 | 1.112 |
Totaal | 13.486 | 4.405 | 17.891 |
Kadernota Kapitaalgoederen | 17.300 | ||
Onttrekking reserve | -591 |
De onderhoudskosten zijn in 2020 relatief hoog door de extra trams tijdens het vervangingsproces, de overname van reservematerialen in verband met het nieuwe onderhoudscontract voor de trams en de gestegen energiekosten. Hierdoor is onttrekking uit de bestemmingsreserve noodzakelijk. Deze onttrekking is nu nog niet in de begroting 2020 opgenomen om de aansluiting met het mobiliteitsprogramma te houden, maar volgt gedurende het jaar.