In deze bijlage zijn vijf financiële kengetallen opgenomen. Het betreft de volgende onderwerpen:
- netto schuldquote;
- solvabiliteit;
- grondexploitatie;
- exploitatieruimte; en
- belastingcapaciteit.
Deze kengetallen beogen Statenleden op eenvoudige wijze inzicht te verschaffen in de financiële positie van hun provincie. Ook kunnen provincies ten aanzien van deze onderwerpen onderling op uniforme wijze worden vergeleken (benchmark).
Disclaimer: onderstaande kengetallen (ratio’s) zijn gebaseerd op de geprognosticeerde balans, welke op de voorgaande pagina is gepresenteerd. Met betrekking tot deze geprognosticeerde balans geldt normaliter een door PS vastgestelde jaarrekening 2018. De jaarrekening 2018 is nog niet afgerond. De bevindingen van EY met betrekking tot de jaarrekening 2017 o.a. de verwerking van subsidies, gronden en investeringen van maatschappelijk nut hebben nog impact op de standen van de geprognosticeerde balans, het resultaat en daarmee ook op onderstaande kengetallen.
Verder geldt dat naarmate we verder vooruitkijken de onzekerheid toe neemt over wat haalbaar is in de tijd. De zo gewilde invulling van onze ambities kunnen leiden tot planningsoptimisme. We mogen en willen ook ambitieus aan de slag en al bij voorbaat vertraging inboeken zet ook geen druk op de wens die doelen te gaan halen. Toch is het goed te realiseren dat de geprognosticeerde balans van eind 2021, eind 2022 en 2023 vooral bijdraagt aan scenariodenken. De uiteindelijke balans zal er ongetwijfeld anders uit zien. Het helpt de Staten en het College echter wel bij haar beleidskeuzen ook te sturen op liquiditeit, solvabiliteit en de lange termijn betaalbaarheid van de door ons aangegane verplichtingen.
Kengetal 1: Netto schuldquote
De netto-schuldquote bevindt zich normaal gesproken tussen de 0 en 100%. Een negatieve uitkomst betekent dat er geen netto-schuld is.
1A. Netto schuldquote | Rekening 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
A | Vaste schulden | - | - | - | - | - | - |
B | Netto vlottende schulden | 15.714 | 16.085 | 148.865 | 197.295 | 234.798 | 221.269 |
C | Overlopende passiva | 373.837 | 409.539 | 298.363 | 315.908 | 301.823 | 307.730 |
D | Financiele activa art 36d,e,f | 28.450 | 27.942 | 27.490 | 26.907 | 26.703 | 5.733 |
E | Uitzettingen < 1jaar | 372.846 | 207.569 | 34.217 | 45.072 | 48.119 | 46.333 |
F | Liquide middelen | 382 | 672 | 848 | 634 | 718 | 733 |
G | Overlopende activa | 22.615 | 31.221 | 27.290 | 27.042 | 28.518 | 27.617 |
H | Totale baten (excl mutaties reserves) | 411.867 | 386.855 | 411.740 | 411.824 | 419.002 | 427.797 |
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% | -8,44% | 40,90% | 86,80% | 100,42% | 103,24% | 104,86% |
1B. Netto schuldquota gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen | Rekening 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
A | Vaste schulden | - | - | - | - | - | - |
B | Netto vlottende schuld | 15.714 | 16.085 | 148.865 | 197.295 | 234.798 | 221.269 |
C | Overlopende passiva | 373.837 | 409.539 | 298.363 | 315.908 | 301.823 | 307.730 |
D | Financiele activa art 36b,c,d,e,f | 28.450 | 27.942 | 27.490 | 26.907 | 26.703 | 5.733 |
E | Uitzettingen < 1jaar | 372.846 | 207.569 | 34.217 | 45.072 | 48.119 | 46.333 |
F | Liquide middelen | 382 | 672 | 848 | 634 | 718 | 733 |
G | Overlopende activa | 22.615 | 31.221 | 27.290 | 27.042 | 28.518 | 27.617 |
H | Totale baten (excl mutaties reserves) | 411.867 | 386.855 | 411.740 | 411.824 | 419.002 | 427.797 |
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100% | -8,44% | 40,90% | 86,80% | 100,42% | 103,24% | 104,86% |
Kengetal 2: Solvabiliteitsratio
Een organisatie is solvabel als zij in staat is om al haar schulden of betalingsverplichtingen te voldoen.
2. Solvabiliteitsratio | Rekening 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
A | Eigen vermogen | 472.695 | 444.398 | 387.969 | 323.382 | 269.388 | 229.798 |
B | Balanstotaal | 884.668 | 888.175 | 851.370 | 851.713 | 820.799 | 773.538 |
Solvabiliteit | 53,43% | 50,04% | 45,57% | 37,97% | 32,82% | 29,71% |
Kengetal 3: Grondexploitatie
De provincie Utrecht voert in beperkte mate actief grondbeleid, behoudens Hart van de Heuvelrug. Een normering van dit kengetal is om die reden vooralsnog niet aan de orde.
3. Kengetal grondexploitatie | Rekening 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
A | Niet in exploitatie opgenomen bouwgronden | 80.712 | 89.944 | 94.030 | 88.638 | 75.479 | 61.383 |
B | Bouwgronden in exploitatie | - | - | - | - | - | - |
C | Totale baten | 411.867 | 386.855 | 411.740 | 411.824 | 419.002 | 427.797 |
Grondexploitatie (A+B)/C x 100% | 19,60% | 23,25% | 22,84% | 21,52% | 18,01% | 14,35% |
Kengetal 4: Structurele exploitatieruimte
De ratio structurele exploitatieruimte geeft aan welke structurele ruimte de provincie heeft om de eigen lasten te dragen. Structurele baten en lasten zijn de baten en lasten die in beginsel jaarlijks in de begroting, meerjarenraming en jaarrekening zijn opgenomen. Bij incidentele baten en lasten gaat het om eenmalige baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Indien de structurele lasten worden gedekt door structurele baten is er sprake van materieel begrotingsevenwicht. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten biedt uiteraard meer flexibiliteit dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. De provincie Utrecht streeft voor dit kengetal veiligheidshalve een ratio na van ten minste 5%. Omdat deze ratio onder dit kengetal zakt in de Begroting 2020 en het meerjarenperspectief 2021-2024 zal het College bij de Kadernota 2021-2024 met voorstellen komen om dit te verbeteren.
4. Structurele exploitatieruimte | Rekening 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
A | Totaal structurele lasten | 221.556 | 250.186 | 381.825 | 395.004 | 387.755 | 405.652 |
B | Totaal structurele baten | 245.345 | 268.043 | 379.912 | 388.696 | 399.102 | 406.385 |
C | Totale structurele toevoegingen aan reserves | 2.579 | - | - | - | - | - |
D | Totaal structurele onttrekkingen aan reserves | - | - | 1.936 | 1.936 | 1.936 | 1.936 |
E | Totale baten | 411.867 | 386.855 | 411.740 | 411.824 | 419.002 | 427.797 |
Ratio ((B-A) + (D-C)) / (E) x 100% | 5,15% | 4,62% | 0,01% | -1,06% | 3,17% | 0,62% |
Kengetal 5: Belastingcapaciteit opcenten MRB
Deze ratio geeft aan hoe de belastingdruk in de provincie zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Een provincie heeft de mogelijkheid de opcenten te verhogen tot het maximum zoals dat door het Rijk wordt bepaald.
In onderstaande tabel is vanaf 2020 de indexatie toegepast van het consumentenprijsindex cijfer. Eén en ander is nader toegelicht in de paragraaf 'Provinciale belastingen en heffingen' in deze begroting.
Aangezien we nog niet weten wat de andere provincies zullen doen met de opcenten van de MRB in de periode 2020-2023 is het lastig de ratio (percentage) nu definitief te bepalen. Vooralsnog zijn we er in onderstaande berekening vanuit gegaan dat alle andere provincies hun MRB niet indexeren, laat staan verhogen.
5. Belastingcapaciteit: opcenten MRB | Rekening 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
A | Aantal opcenten MRB | 72,6 | 72,6 | 73,6 | 74,7 | 75,9 | 77,1 |
B | Landelijk gemiddelde aantal opcenten in jaar er voor | 80,5 | 81,4 | 81,4 | 81,4 | 81,4 | 81,4 |
Ratio (A/B) x 100% | 90,19% | 89,19% | 90,42% | 91,77% | 93,24% | 94,72% |