Openbaar vervoer is een cruciaal onderdeel van het totale mobiliteitsaanbod. Met onze concessies met bus- en tramlijnen (Sunijlijn, Uithoflijn) en onze bijdragen aan regiotaxi bieden we grote groepen reizigers een betaalbaar en duurzaam vervoersaanbod. Dit faciliteert economische en sociale activiteiten die essentieel zijn voor de kwaliteit van ons leven. Door de bundeling van reizigers in het OV voorkomen we tevens extra autoverkeer dat onze stedelijke gebieden en snelwegen niet kunnen verwerken. Wel staan we in ons openbaar vervoer voor grote opgaven. We zijn gestart met de gefaseerde elektrificatie van onze busvloot. De Uithoflijn (lijn 22) biedt een belangrijke uitbreiding van ons OV-aanbod, waarop we het busnetwerk aansluiten. Met nieuwe vervoersconcepten en de beschikbaarheid van nieuwe datavoorzieningen verandert en verbreedt het aanbod van collectieve mobiliteitsvoorzieningen. Daarmee kunnen we op termijn beter inspelen op de reizigersbehoeften en in minder verstedelijkte gebieden blijvend vervoer aanbieden. Dit betekent wel dat onze dienstregelingen altijd in meer of mindere mate in beweging zijn.
In grote delen van de provincie, vooral in en rond de stad Utrecht, is sprake van grote ontwikkelingen. Er worden veel woningen en voorzieningen gebouwd. Onze wegen raken voller, waardoor bussen vastlopen in de spits en de prijs van het openbaar vervoer stijgt. Om te voorkomen dat deze drukte leidt tot afname van het OV-aanbod wordt extra geld vrijgemaakt voor de exploitatie van het openbaar vervoer. Daarmee blijft het voorzieningenniveau in de perifere gebieden op peil en kunnen in gevallen ook gericht verbeteringen worden aangebracht. Tevens zien we dat veel infrastructuur en openbare ruimte wordt aangepast, zowel op kleine (in de wijken en kernen) als op grote schaal (Merwedekanaalzone en stationsgebied Utrecht). Al deze ontwikkelingen hebben grote invloed op het OV-product. We moeten continu het OV-netwerk en de dienstregeling aanpassen op tijdelijke en definitieve routewijzigingen, maar vooral ook extra vertragingen.
Vanuit het coalitie akkoord zetten we naast extra exploitatiebudget in op extra investeringen in verbeterde doorstroming op zware OV-assen. De daarmee gepaarde reistijdwinst heeft direct baat voor de reiziger, maar leidt ook tot een structureel lagere kostprijs. Die middelen kunnen weer ten goede komen van behoud en versterking van de dienstregeling. Samen met de steden Amersfoort en Utrecht verkennen we voor een aantal van die OV-assen welke maatregelen in de komende vier jaar gerealiseerd kunnen worden.
Ook zetten we budget in 2020/2021 in om een eenjarige proef te starten met gratis OV in de daluren voor ouderen met een krappe beurs. Dit doen we in samenwerking met vervoerders Qbuzz en Syntus. Bij een succesvol verloop van de proef brengen we dit aanbod onder in de reguliere concessies. Uit de proef zal blijken hoe dit nader uit te werken voor de jaren daarna, daarom staat dit onderwerp in de tabel met nader uit te werken voorstellen.
In de jaarlijkse vervoerplannen van beide OV-concessies spelen we zoveel mogelijk in op al deze ontwikkelingen, maar ook gedurende het jaar is continu sprake van monitoring, analyse en aanpassingen, in overleg met wegbeheerders, gemeenten en vervoerders. Verder zijn er externe ontwikkelingen die vraag, aanbod en omstandigheden beïnvloeden, zoals groei en omvang van verkeer (regionaal en doorgaand), ontwikkeling van deelsystemen, fietsvoorzieningen, de landelijke dienstregeling van het spoor en het parkeerbeleid. Daarnaast zijn er landelijke ontwikkelingen die komende jaren hun weerslag zullen krijgen in de concessies. Er worden nieuwe betaalwijzen geïntroduceerd naast de OV chipkaart (mobiele telefoon en bankpas). Ook streven we naar meer open data in het OV, waardoor meer innovatie met meer partijen mogelijk wordt.