In dit hoofdstuk treft u in paragraaf 1.2 een overzicht aan van de belangrijkste thema’s uit het coalitieakkoord. Het college stelt voor in 2020 bijna € 50 miljoen uit te trekken voor nieuw beleid. In de drie jaren daarna reserveren we voor deze nieuwe ambities meer dan € 60 miljoen per jaar. Wij stellen uw Staten voor daarmee een stevige impuls te geven aan de ambities van ‘Nieuwe energie voor Utrecht’. En dan zijn we er nog niet. Want de komende maanden willen we samen met uw Staten en betrokken gemeenten, organisaties, inwoners en anderen een verdere uitwerking geven aan die net zo belangrijke ambities die we nu nog niet voldoende solide financieel konden onderbouwen. In paragraaf 1.3 treft u – conform uw uitgesproken opdracht bij de Kadernota 2020-2023 – een doorrekening aan van het hele coalitieakkoord, de beleidsintensiveringen en bijsturingsmaatregelen.
Grafiek 1 - Intensiveringen/nieuw beleid in begrotingsjaar 2020
Grafiek 1 laat zien dat er flinke nieuwe intensiveringen gedaan worden op de thema’s Economie, Landelijk gebied, Bodem en Water, Energietransitie en Cultuur & Erfgoed. Ook voor bedrijfsvoering wordt een substantieel bedrag uitgetrokken om de organisatie op orde te brengen. In totaal telt de som van nieuw beleid in 2020 op tot € 47,1 miljoen. In de jaren daarna stijgt dit tot meer dan € 60 miljoen per jaar. In de samenvattende tabel in paragraaf 1.3 en in de programmabegrotingen in de hoofdstukken hierna treft u een specificatie aan van de bovengenoemde bedragen en welke daarvan incidenteel en structureel zijn. Bij de toelichting bij de programma’s treft u ook informatie welk deel van de budgetten personele kosten betreffen, en welk deel materiële uitgaven.
Het begrotingstotaal voor 2020 komt uit op € 400 miljoen, zoals ook is te zien in tabel 1. Die € 400 miljoen is de optelsom van de saldi van baten en lasten die specifiek aan één programma zijn toe te rekenen. Bij het programma 5b Bereikbaarheid Openbaar vervoer prognosticeren we bijvoorbeeld ook € 30 miljoen aan opbrengsten, zoals de huuropbrengsten van tramstellen en gemeentelijke bijdragen aan de regiotaxi. Het bruto begrotingstotaal komt daarmee uit op € 463 miljoen.
Tabel 1 - Overzicht van lasten en baten per beleidsprogramma in begrotingsjaar 2020
Grafiek 2 toont het saldo van de verschillende beleidsprogramma’s en van de Bedrijfsvoering (Overhead) in 2020. Dit telt op tot iets meer dan € 400 miljoen. Onder het saldo verstaan we de totale kosten minus de opbrengsten.
Grafiek 2 - Saldo begrotingsprogramma's in het begrotingsjaar 2020
Onderstaande taartdiagram geeft de procentuele verhouding weer van de verschillende beleidsprogramma’s en van de Bedrijfsvoering (Overhead) in 2020. Ook hierbij is het saldo als uitgangspunt gebruikt, dus totale kosten minus de opbrengsten.
Taartdiagram 1 - Procentuele verhouding van de begrotingsprogramma's in het begrotingsjaar 2020
De algemene baten van de provincie, die niet direct (kunnen) worden toegerekend aan een specifiek programma, worden toegelicht in hoofdstuk 4 Financiële Begroting, onderdeel 'Stelposten en Algemene dekkingsmiddelen' en bedragen in 2020 naar verwachting € 334 miljoen. De twee veruit grootste posten zijn de algemene uitkering uit het Provinciefonds van € 220 miljoen en de Opcenten voor de Motorrijtuigenbelasting van € 128 miljoen.
Naast nieuwe intensiveringen hechten wij aan een andere manier van samenwerken met onze partners. We willen burgers, gemeenten, organisaties en Provinciale Staten meer betrekken bij de oplossingen voor de grote vraagstukken waar we voor staan en vragen regelmatig feedback op ons handelen. Ook de manier van begroten is veranderd. We werken minder met reserves en begroten meer realistisch. Dat wil zeggen dat we niet op voorhand geld apart zetten als we de plannen samen met inwoners, gemeenten, bedrijven, organisaties en uw Staten nog moeten maken. Of voormalig beleid eerst moeten evalueren. De uitvoering van een ambitieus coalitieakkoord vraagt om een organisatie die op orde is. In deze begroting reserveren we middelen voor het aannemen van meer vaste medewerkers, voor een derde bij bedrijfsvoering en financiën, voor twee derde bij de uitvoering van onze programma’s. In totaal gaat het om 100 nieuwe formatieplaatsen. Dit is grotendeels echt een uitbreiding en deels het in dienst nemen van mensen die we nu inhuren op tijdelijke basis.