3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

3.2.3 Wat gaat dat kosten

Risicoprofiel
De onderstaande grafiek geeft de spreiding weer van de geïdentificeerde risico’s. De grafiek leest als volgt: de ‘3’ in de cel linksboven geeft aan dat er 3 risico’s zijn geïdentificeerd met een kans van voorkomen tot en met 10%, met een maximaal schadebedrag van meer dan € 5 mln. Idealiter bevinden risico’s zich zoveel mogelijk linksonder in de tabel (lage kans van voorkomen, laag maximaal schadebedrag).

Financieel

Netto

x > € 5.000.000

3

1

1

€ 2.500.000 < x < € 5.000.000

3

4

€ 1.000.000 < x < € 2.500.000

2

3

€ 250.000 < x < € 1.000.000

12

14

6

x < € 250.000

11

8

4

Geen financiële gevolgen

34

4

2

Kans

10%

30%

50%

70%

90%

Weerstandsvermogen
Het totaalbedrag waarover de provincie risico loopt (momentopname), bedraagt € 136,5 mln. Het is echter niet waarschijnlijk dat alle opgenomen risico’s zich (tegelijkertijd) voordoen. Met behulp van het statistische systeem NARIS (Monte Carlo-analyse) is berekend dat met een zekerheid van 90 procent (landelijke norm) een weerstandsvermogen van € 21,3 mln. voldoende is om alle risico’s op te vangen. Bij een zekerheid van 95% bedraagt het vereiste weerstandsvermogen € 23,9 mln. Bij een zekerheid van 85% bedraagt het vereiste weerstandsvermogen € 19,5 mln. en bij een zekerheid van 80% bedraagt het vereiste weerstandsvermogen € 18,1 mln.

Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit is het vermogen van de provincie om de risico’s die zich voordoen op te vangen. Wij maken onderscheid tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit is het bedrag dat de provincie eenmalig beschikbaar heeft om te gebruiken voor het opvangen van risico’s, zonder dat hiervoor beleid hoeft te worden gewijzigd. De structurele weerstandscapaciteit is het bedrag dat de provincie jaarlijks kan gebruiken voor het opvangen van risico’s, zonder inhoudelijke beleidswijzigingen. Het doorvoeren van bezuinigingen behoort op zich ook tot de structurele weerstandscapaciteit, maar dat is meestal alleen mogelijk na een inhoudelijke beleidswijziging.
In de onderstaande tabel zijn de (geprognosticeerde) bedragen weergegeven per ultimo 2019 (x € 1 miljoen).

Categorie

Incidentele
weerstandscapaciteit

Structurele weerstandscapaciteit

Saldireserve

€  40,6 mln.

Reserve Weerstandsvermogen

€   30,9 mln.

Verhogen opcenten MRB*

€  70,3 mln.

Totaal incidenteel

€ 71,5 mln.

* Jaarlijks kunnen wij de opcenten op de motorrijtuigenbelasting verhogen. Het maximaal toegestane aantal te heffen opcenten wordt jaarlijks vastgesteld door het Rijk. Het huidige maximum bedraagt ten hoogste 115,0 opcenten voor tijdvakken die aanvangen na 31 december 2019. De provincie heft met ingang van 2020 73,6 opcenten. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt dus 41,4 opcenten. Eén opcent correspondeert met een jaarlijkse opbrengst van ongeveer € 1,7 miljoen. Op dit moment bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit dus circa € 70,3 miljoen structureel.

Stille reserves
Stille reserves betreffen de meerwaarde van activa die (te) laag of tegen nul zijn gewaardeerd, maar verkoopbaar zijn indien men dat zou willen. Gedacht kan worden aan kapitaalgoederen die op de balans staan, maar die in het economisch verkeer een hogere waarde vertegenwoordigen dan de balanswaarde. Hiertoe behoren ook aandelen die een lagere verkrijgingsprijs hebben dan de marktwaarde. Omdat het aanhouden van stille reserves gelieerd is aan een maatschappelijke doel of omdat voor deze goederen moeilijk een private partij kan worden gevonden, worden deze zaken niet tot de weerstandscapaciteit gerekend.

Het beleid omtrent de aanwending van de weerstandscapaciteit
Wanneer risico’s geëffectueerd worden voor rekening van de provincie dan heeft dit gevolgen voor de financiële positie en moeten er maatregelen worden getroffen om het gewenste weerstandsvermogen weer te bereiken. Het volgende is van toepassing met betrekking tot risicobeheer:

  1. Allereerst worden tijdig beheersingsmaatregelen genomen, zoals het op orde krijgen van processen, de inzet van gekwalificeerd personeel en het verzekeren tegen bepaalde risico’s;
  2. Indien (genomen) beheersmaatregelen niet werken, dan wordt gekeken of de schade uit de daarvoor bedoelde programmabudgetten kan worden betaald;
  3. Als dat niet mogelijk of bestuurlijk ongewenst is, dan zal de reserve weerstandsvermogen worden aangesproken.
  4. Indien de reserve weerstandsvermogen niet toereikend is, zal een beroep worden gedaan op de saldi reserve en daarna de bestemmingsreserves;
  5. In het geval de saldireserve en de bestemmingsreserves tekort schieten, zullen wij een voorstel uitwerken om te bezuinigen.

Conclusie: incidentele weerstandscapaciteit is ruim voldoende
De relatie tussen de weerstandscapaciteit en de omvang van de risico’s kan worden uitgedrukt via de ‘ratio weerstandsvermogen’. Hiertoe wordt de beschikbare incidentele weerstandscapaciteit gedeeld door het vereiste weerstandsvermogen, volgend uit het risicoprofiel. Als deze ratio (tenminste) 1 bedraagt, dan kunnen wij er vanuit gaan dat wij onze risico’s voldoende hebben afgedekt.

1. Reserve weerstandsvermogen in relatie tot vereist weerstandsvermogen:
€  30,9 mln. / € 21,3  mln. = 1,4
Conclusie de omvang van de reserve weerstandsvermogen is ‘‘voldoende’’ (ratio 1,0 < x < 1,4).

2. Incidentele weerstandscapaciteit in relatie tot vereist weerstandsvermogen:
€ 71,5 mln. / € 21,3 mln. = 3,3 = ratio weerstandsvermogen
Conclusie: de incidentele weerstandscapaciteit is ‘‘uitstekend’’ (ratio > 2,0).

Verloop van de ratio weerstandsvermogen (Begroting) in de afgelopen 5 jaar:

Jaar

2020

2019

2018

2017

2016

Ratio

3,36

1,56

1,82

2,34

1,84

ga terug